narcotiseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nar·co·ti·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van het Franse narcotiser (met het achtervoegsel -iseren)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
narcotiseren |
narcotiseerde |
genarcotiseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
narcotiseren [1]
- overgankelijk onder narcose brengen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord narcotiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.