museumbezoek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mu·se·um·be·zoek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van museum en bezoek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | museumbezoek | museumbezoeken |
verkleinwoord | museumbezoekje | museumbezoekjes |
Zelfstandig naamwoord
het museumbezoek o
- een bezoek aan een tentoonstelling in een museum
- Door de museumjaarkaart is het museumbezoek in Nederland sterk gestegen.
Gangbaarheid
- Het woord museumbezoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.