monniksspoorkoekoek

Nederlands

Afbeelding van John Gerrard Keulemans (1910)

Uitspraak

• Geluid:  monniksspoorkoekoek    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• mon·niks·spoor·koe·koek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  monnik zn  en  spoorkoekoek zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	monniksspoorkoekoek	monniksspoorkoekoeken
verkleinwoord	monniksspoorkoekoekje	monniksspoorkoekoekjes

Zelfstandig naamwoord

de monniksspoorkoekoek m

1. (koekoeksvogels) Centropus monachus  een vogel uit de familie Cuculidae  (koekoeken). Deze soort komt voor in noordoostelijk, centraal en westelijk Afrika en telt drie ondersoorten

Hyperoniemen

• spoorkoekoeken, koekoeken, koekoeksvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'monniksspoorkoekoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.