Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·ham·me·daans
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen mohammedaans mohammedaanser mohammedaanst
verbogen mohammedaanse mohammedaansere mohammedaanste
partitief mohammedaans mohammedaansers -

Bijvoeglijk naamwoord

mohammedaans

  1. (religie) (verouderd) horend bij of verband houdend met de islam en de moslims
     Snouck (1857-1936) was in 1889, toen hij als adviseur voor oosterse talen en mohammedaans recht naar Oost-Indië vertrok, al een beroemd wordend man.[2]
Synoniemen
Opmerkingen
  • Deze aanduiding wordt minder correct gevonden omdat de kern van het islamitische geloof onderwerping aan God is en niet de navolging van een profeet.

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    E.H. Kossmann
    “De Lage Landen 1780-1980. Deel 1 1780-1914.” (1986), Agon, Amsterdam, ISBN 9051570430, p. 332