Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mier·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord miervogel miervogels
verkleinwoord miervogeltje miervogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de miervogelm

  1. (zangvogels) vogel uit een familie (Formicariidae  ) uit de orde zangvogels. De naam is te danken aan het menu dat bestaat uit trekmieren. Hun verenkleed is meestal zwart, bruin en grijs. De snavel is tamelijk kort en puntig. Deze vogels volgen trekmieren. Deze mieren jagen de insecten en gewervelden op, die dan door de vogels worden gegrepen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen