meestrijd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mee·strijd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meestrijden |
meestrijd
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meestrijden
- ... dat ik meestrijd.
Gangbaarheid
- Het woord meestrijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.