meebewogen
- Geluid: meebewogen (hulp, bestand)
- mee·be·wo·gen
- vervoeging van meebewegen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ee-oo (IPAː /e/ - /oː/) (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van mee bw en bewogen ww
vervoeging van |
---|
meebewegen |
meebewogen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van meebewegen
- ...dat wij meebewogen.
- ...dat jullie meebewogen.
- ...dat zij meebewogen.
- ...dat wij meebewogen.
- voltooid deelwoord van meebewegen
- Het woord meebewogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.