markthal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- markt·hal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van markt en hal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | markthal | markthallen |
verkleinwoord | markthalletje | markthalletjes |
Zelfstandig naamwoord
- overdekte markt soms in een rondom afgesloten gebouw
Hyponiemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord markthal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.