lužickosrbský
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /lʊʒɪtskɔsr̥pskiː/
Woordafbreking
- lu·žic·ko·srb·ský
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het zelfstandige naamwoord Lužický Srb met het achtervoegsel -ský
Bijvoeglijk naamwoord
lužickosrbský
- (demoniem) Sorbisch; met betrekking tot het volk de Sorben
- (taal) Sorbisch; met betrekking tot de taal het Sorbisch
Verbuiging