lozen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lozen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lo·zen

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘losmaken, verwijderen’ voor het eerst aangetroffen in 1275

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
lozen	loosde	geloosd
zwak -d	volledig

Werkwoord

lozen

1. overgankelijk iets uitwerpen, kwijt zien te raken, gewoonlijk een vloeistof

   • Vroeger werden er veel kalizouten in de Rijn geloosd. 

Hyponiemen

• uitlozen

Afgeleide begrippen

• loosdrecht, loosgat, loosheid, loospijp, lozer, lozing

Vertalingen

    1.iets uitwerpen, kwijt zien te raken, gewoonlijk een vloeistof   

Duits: abführen (de) Engels: drain (en) Frans: évacuer (fr), déverser (fr)

Noors: avleie (no) Nynorsk: avleie (nn) Spaans: verter (es)

Gangbaarheid

• Het woord lozen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lozen" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.