loszinnig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: loszinnig (hulp, bestand)
- IPA: / lɔˈzɪnəx / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /lɔs.ˈzɪn.əχ/
- (Vlaanderen, Brabant): /lɔs.ˈzɪn.əx/
Woordafbreking
- los·zin·nig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | loszinnig | loszinniger | loszinnigst |
verbogen | loszinnige | loszinnigere | loszinnigste |
partitief | loszinnigs | loszinnigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
loszinnig
- lichtzinnig, niet doordacht
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord loszinnig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "loszinnig" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be