Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • lip·slan·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lipslangen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lipslangenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lipslang
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een geslacht Fimbrios   van slangen uit de familie knobbelslangachtigen (Xenodermidae  )
Hyperoniemen
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie