Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lin·ker·zij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord linkerzij linkerzijden
linkerzijdes
verkleinwoord (linkerzijtje) (linkerzijtjes)

Zelfstandig naamwoord

de linkerzijm

  1. (anatomie) de zij aan de zijde van waar zich in het lichaam gewoonlijk het hart bevindt
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be