Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lin·ker·wenk·brauw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord linkerwenkbrauw linkerwenkbrauwen
verkleinwoord linkerwenkbrauwtje linkerwenkbrauwtjes

Zelfstandig naamwoord

de linkerwenkbrauwv / m

  1. (anatomie) de wenkbrauw aan de zijde van waar zich in het lichaam gewoonlijk het hart bevindt
Antoniemen

Gangbaarheid