levensmiddelenwaakhond

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·mid·de·len·waak·hond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levensmiddelenwaakhond levensmiddelenwaakhonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de levensmiddelenwaakhondm

  1. organisatie die de handel in en de kwaliteit van levensmiddelen controleert

Gangbaarheid