leč
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /lɛtʃ/
Woordafbreking
- leč
Zelfstandig naamwoord
leč v
- strik; val voor dieren
- (figuurlijk) val; een actie die is ondernomen om iemand te misleiden en te schaden
- (verouderd)(eenheid) een oppervlakte-eenheid ongeveer 18 hectare, voornamelijk gebruikt bij het meten van bossen
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | leč | leče / leči |
genitief | leče | lečí |
datief | leči | lečím |
accusatief | leč | leče |
vocatief | leči | leče |
locatief | leči | lečích |
instrumentalis | lečí | lečemi |
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Zelfstandig naamwoord
leč
Werkwoord
leč
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord léčit
Synoniemen
Voegwoord
leč
- echter, evenwel
- «Rád by nám pomohl, leč neví jak.»
- Hij zou ons graag helpen, hij weet echter niet hoe.
- «Rád by nám pomohl, leč neví jak.»
- dan
- «Nikomu nebýt zavázán vděčností, leč sobě, to povznáší.»
- Om aan niemand dank verschuldigd te zijn, dan aan zichzelf, is verheffend.
- «Nikomu nebýt zavázán vděčností, leč sobě, to povznáší.»