Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·waai·flits·paal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lawaaiflitspaal lawaaiflitspalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lawaaiflitspaalm

  1. een flitspaal waarmee men kan vaststellen of een voertuig de geluidsnorm overschrijdt