kwintessens
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kwintessens (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkwɪntɛˌsɛns / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- kwin·tes·sens
Woordherkomst en -opbouw
- van Duits Quintessenz, in de betekenis van ‘het voornaamste’ voor het eerst aangetroffen in 1751 [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kwintessens | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (filosofie) het voornaamste, het wezenlijke, de hoofdzaak
Schrijfwijzen
- quintessens (officiële spelling tot 1955)
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord kwintessens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwintessens" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kwintessens op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kwintessens" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be