kwiek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kwiek
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘levendig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1897 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kwiek | kwieker | kwiekst |
verbogen | kwieke | kwiekere | kwiekste |
partitief | kwieks | kwiekers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
kwiek
- snel en vol levenskracht
- Zijn kwieke reactie verbaasde menigeen.
Gangbaarheid
- Het woord kwiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwiek" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ "kwiek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be