kribbekat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- krib·be·kat
Woordherkomst en -opbouw
- Samengesteld uit een vorm van het werkwoord "kribben" en "kat"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kribbekat | kribbekatten |
verkleinwoord | kribbekatje | kribbekatjes |
Zelfstandig naamwoord
- (psychologie) een chagrijnig persoon die met iedereen overhoop ligt
- Oh, daar heb je die kribbekat ... wegwezen!
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een chagrijnig persoon die met iedereen overhoop ligt
Gangbaarheid
- Het woord 'kribbekat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.