Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kraam·ver·band
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kraamverband -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het kraamverbando

  1. verband, dikker dan maandverband, voor de eerste dagen na de bevalling

Gangbaarheid