Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kook in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inkoken

kook (…) in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkoken
    • Ik kook in. 
  2. gebiedende wijs van inkoken
    • Kook in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkoken
    • Kook je in? 

Gangbaarheid