Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kon aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aankunnen

kon aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aankunnen
    • Ik kon aan. 
    • Jij kon aan. 
    • Hij, zij, het kon aan. 


Gangbaarheid