Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kolt

Werkwoord

vervoeging van
kollen

kolt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kollen
    • Jij kolt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kollen
    • Hij kolt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kollen
    • Kolt! 


Middelnederduits

Uitspraak
  • IPA: /kɔːlt/, /kɔlt/
Woordafbreking
  • kolt
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

kolt

  1. koud
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening


Nedersaksisch

Woordafbreking
  • kolt
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Middelnederduitse kolt / kōlt

Bijvoeglijk naamwoord

kolt

  1. koud


Plautdietsch

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Middelnederduitse kolt / kōlt

Bijvoeglijk naamwoord

kolt

  1. koud
Verwante begrippen


Pools

Uitspraak
Woordafbreking
  • kolt
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van de naam van vuurwapenfabrikant Colt

Zelfstandig naamwoord

kolt m

  1. (militair) revolver; een handvuurwapen met een roterende trommel met kogels
Verwante begrippen

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • kolt
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van de naam van vuurwapenfabrikant Colt

Zelfstandig naamwoord

kolt monbezield

  1. (militair) revolver; een handvuurwapen met een roterende trommel met kogels
Verbuiging
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Anagrammen

Verwijzingen