klonteren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klon·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- frequentatief gevormd uit klonten met het achtervoegsel -er
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
klonteren |
klonterde |
geklonterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
klonteren
- ergatief klonten vormen
- De saus is geklonterd.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. klonten vormen
Gangbaarheid
- Het woord klonteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klonteren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be