Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klem·den vast
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vastklemmen

klemden (…) vast

  1. meervoud verleden tijd van vastklemmen
    • Wij klemden vast. 
    • Jullie klemden vast. 
    • Zij klemden vast. 

Gangbaarheid