kleinvleugelig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klein·vleu·ge·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | kleinvleugelig |
verbogen | kleinvleugelige |
Bijvoeglijk naamwoord
kleinvleugelig
- (biologie) kleine vleugels hebbend.
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'kleinvleugelig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.