Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groot·vleu·ge·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen grootvleugelig
verbogen grootvleugelige
partitief grootvleugeligs

Bijvoeglijk naamwoord

grootvleugelig

  1. (dierkunde) met grote vleugels
     Tingis pilosa werd nu in België voor de vijfde maal aangetroffen. In Nederland is de soort zeldzaam. Deze status is ook geldig voor België. Ze zijn grootvleugelig, 3,5 - 4,1 mm groot.[1]
  2. (dierkunde) behorend of met betrekking tot de orde Megaloptera  , insecten die relatief grote vleugels hebben
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Viskens Gaby & Bruers Jos
    Wantsen van de Abeekvallei in: Jaarboek Abeek '08, jrg. 14 (2008), Natuurpunt afdeling Meeuwen-Gruitrode & Peer, p. 38