kapseisde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kapseisde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɑpsɛɪzdə / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland, Limburg): /ˈkɑpsɛɪ̯sdə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɑpsɛːsdə/
Woordafbreking
- kap·seis·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kapseizen |
kapseisde
- enkelvoud verleden tijd van kapseizen
- Ik kapseisde.
- Jij kapseisde.
- Hij, zij, het kapseisde.
- Ik kapseisde.