kamperfoeliefamilie
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- kam·per·foe·lie·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kamperfoelie zn en familie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kamperfoeliefamilie | kamperfoeliefamilies |
verkleinwoord | kamperfoeliefamilietje | kamperfoeliefamilietjes |
Zelfstandig naamwoord
de kamperfoeliefamilie v
- (bloemplanten) een familie Caprifoliaceae van tweezaadlobbige planten. Het zijn heesters of lianen, zelden kruidachtige planten. De bladen zijn tegenoverstaand of zelden in drietallige kransen, meestal afvallend, enkelvoudig of samengesteld, met of zonder steunblaadjes. De bloeiwijze bestaat uit een tros of bijscherm, soms in de vorm van een tuil of hoofdje. De bloemen zijn tweeslachtig, straalsgewijs of tweezijdig symmetrisch
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- duifkruid, kaardenbol, kamperfoelie, knautia, koraalbes, valeriaan
- blauwe knoop, fazantenbes, gegroefde veldsla, geoorde veldsla, getande veldsla, linnaeusklokje, narduskruid, scheve veldsla, spoorbloem, veldsla
Gangbaarheid
- Het woord 'kamperfoeliefamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] kamperfoeliefamilie in het Nederlands Soortenregister N
- [1] kamperfoeliefamilie op Wikidata