Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • duif·kruid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duifkruid duifkruiden
verkleinwoord duifkruidje duifkruidjes

Zelfstandig naamwoord

het duifkruido [1]

  1. (bloemplanten) Scabiosa columbaria   een vaste plant uit de kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae  ). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten   als zeldzaam en zeer sterk in aantal afgenomen. De plant wordt 30-90 cm hoog. De onderste bladeren zijn liervormig tot lierdelig en hebben een grote eironde eindlob. De verdere bladeren zijn fijner gedeeld en een- of tweemaal veerspletig
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen