Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /kr̝̊ɛscanstviː/
Woordafbreking
  • kře·s·ťan·ství
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

křesťanství o

  1. (religie) christendom; een monotheïstische godsdienst gebaseerd op het evangelie en leven van Jezus zoals beschreven in het Nieuwe Testament
Verbuiging
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen