jobcoach
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- job·coach
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van job en coach
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jobcoach | jobcoaches |
verkleinwoord | jobcoachje | jobcoachjes |
Zelfstandig naamwoord
de jobcoach m
- (beroep) begeleider van een werknemer (die langdurig arbeidsongeschikt of werkloos is geweest) bij het vinden van werk
Gangbaarheid
- Het woord jobcoach staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.