Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jaar·ver·ga·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jaarvergadering jaarvergaderingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jaarvergaderingv

  1. een jaarlijkse algemene vergadering van een bedrijf of vereniging
     Vader. de burcht afgesloten zijnde bevond ik mij eensklaps in het gedrang voor de confrerie van Sint-Joris op weg naar haar jaarvergadering in de ridderzaal.[2]
     Morgen volgt een toelichting als het concern in Parijs de jaarcijfers presenteert. Dan zitten Smith en Elbers ook samen achter de tafel. De aandeelhouders van Air France-KLM moeten op de jaarvergadering in april formeel nog instemmen met de herbenoeming van Elbers.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen