Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·tro·duc·tie·brief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord introductiebrief introductiebrieven
verkleinwoord introductiebriefje introductiebriefjes

Zelfstandig naamwoord

de introductiebriefm

  1. brief waarmee een persoon door iemand wordt voorgesteld
     De gemeente is volgens een woordvoerder door een directeur van een basisschool in Almelo op de verkooptruc van SWA-Advies geattendeerd, nadat hij er zelf mee was geconfronteerd. Volgens de zegsman wordt door Almelo niet samengewerkt met SWA-Advies. De gemeente laat haar informatiegids verzorgen door De Telefoongids BV/Lokaal Totaal. Dat werkt met advertentieverkopers die in het bezit zijn van een introductiebrief van de gemeente. Plaatsing van gegevens in het Lokaal Totaal-deel van de gids is gratis. De gemeente heeft het voorval bij de politie gemeld.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Almelo waarschuwt voor verkooptruc” (12-11-2008), Tubantia