Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·cul·tu·reel
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen intercultureel intercultureler intercultureelst
verbogen interculturele interculturelere intercultureelste
partitief intercultureels interculturelers -

Bijvoeglijk naamwoord

intercultureel

  1. tussen verschillende culturen in, op het raakvlak van meerdere culturen
    • In een stad met veel verschillende culturen kunnen makkelijk interculturele spanningen ontstaan. 

Gangbaarheid