instralen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van instralen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		instralen			in te stralen
	toekomend		zullen instralen in zullen stralen			te zullen instralen in te zullen stralen
voltooid	tegenwoordig		ingestraald			te ingestraald
	toekomend		ingestraald zullen			ingestraald te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	instralend		ingestraald			ev. straal in	mv. verouderd straalt in	strale in (bijzin) instrale
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	straal in	straalt in	straalt in	straalt in	straalt in	stralen in	stralen in	stralen in
verleden (o.v.t.)	straalde in	straalde in	straalde in	straalde in	straalde in	straalden in	straalden in	straalden in
toekomend (o.t.t.t.)	zal instralen	zult/zal instralen	zult/zal instralen	zult instralen	zal instralen	zullen instralen	zullen instralen	zullen instralen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou instralen	zou instralen	zou(dt) instralen	zoudt instralen	zou instralen	zouden instralen	zouden instralen	zouden instralen
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	instraal	instraalt	instraalt	instraalt	instraalt	instralen	instralen	instralen
verleden (o.v.t.)	instraalde	instraalde	instraalde	instraalde	instraalde	instraalden	instraalden	instraalden
toekomend (o.t.t.t.)	zal instralen in zal stralen	zult/zal instralen in zult/zal stralen	zult/zal instralen in zult/zal stralen	zult instralen in zult stralen	zal instralen in zal stralen	zullen instralen in zullen stralen	zullen instralen in zullen stralen	zullen instralen in zullen stralen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou instralen in zou stralen	zou instralen in zou stralen	zou(dt) instralen in zou(dt) stralen	zoudt instralen in zoudt stralen	zou instralen in zou stralen	zouden instralen in zouden stralen	zouden instralen in zouden stralen	zouden instralen in zouden stralen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij