inschatten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inschatten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·schat·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in en schatten [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inschatten |
schatte in |
ingeschat |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
inschatten [2]
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inschatten |
inschatten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inschatten
- ...dat wij inschatten.
- ...dat jullie inschatten.
- ...dat zij inschatten.
- ...dat wij inschatten.
Gangbaarheid
- Het woord inschatten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inschatten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ inschatten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 3,0 3,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be