Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·brui·ne
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

inbruine

  1. verbogen vorm van de stellende trap van inbruin
    • Ze heeft een oranje stip op haar voorhoofd, en een inbruine huid. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen