ijsgruis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ijs·gruis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ijs zn en gruis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijsgruis | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het ijsgruis o
- tot gruis vermalen ijsblokjes
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijsgruis" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be