Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hu·we·lijks·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huwelijksplan huwelijksplannen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het huwelijksplano [1]

  1. het voornemen om te gaan trouwen
     Trouwens, over huwelijken gesproken, weet je dat ons aller tante Anna Michajlovna me onder de allergrootste geheimhouding heeft toevertrouwd dat er huwelijksplannen voor jou worden gemaakt? Het gaat om niemand meer of minder dan de zoon van vorst Vasili, Anatole, die ze op het goede pad willen brengen door hem met een rijk en gedistingeerd meisje te laten trouwen, en de keuze van de ouders is op jou gevallen.[2]
     'Huwelijksplan heeft George Clooney afgeschrikt': Het leek erop dat Elisabetta Canalis zou slagen waar al de rest gefaald had. Helaas: enkele weken nadat ze liet doorschijnen te willen trouwen met eeuwige vrijgezel George Clooney, ging hun relatie uit.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron “'Huwelijksplan heeft George Clooney afgeschrikt'” (23-06-2011), Tubantia