Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huis·vuil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huisvuil
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het huisvuilo

  1. huishoudelijke afval
    • Het meeste organische huisvuil kan in de gft-container. 
    • Het huisvuil wordt door de gemeente opgehaald. 
Synoniemen
  1. vuilnis, huisafval

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be