Nederlands

 
Een hondenspeeltuin in Assen  .
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·den·speel·tuin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hondenspeeltuin hondenspeeltuinen
verkleinwoord hondenspeeltuintje hondenspeeltuintjes

Zelfstandig naamwoord

de hondenspeeltuinm

  1. plaats met speeltoestellen voor honden waar de honden mogen loslopen
     Toch is Dierendag vooral een feestelijke dag, waarop met name huisdieren extra in de watten worden gelegd. Zo geeft dierenwinkelketen Pets Place alle waakhonden in Zeist vandaag een dagje vrij. Mensen met een waakhond, kunnen een professionele beveiliger in huis krijgen. De honden gaan naar een hondenspeeltuin.[1]
     Weekendtips! Van hondenspeeltuin tot metalfest: dit kun je doen in Deventer[2]
     Het was een nek-aan-nekrace voor onze DierenVrienden van de Week, maar de strijd is nu echt gestreden. Uit de 47 kandidaten hebben onze lezers de DierenVriend van het Jaar gekozen. Wie dat is geworden, onthult Marijke Helwegen op de Dierenverwendag 2014, die De Telegraaf op Werelddierendag, zaterdag 4 oktober, in de grootste hondenspeeltuin van Europa in het Drentse Beilen organiseert.[3]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Veel aandacht voor Dierendag” (4 oktober 2011), NOS
  2.   Weblink bron
    Lotte Petersen
    “Weekendtips! Van hondenspeeltuin tot metalfest: dit kun je doen in Deventer” (12-05-2023), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Anita Zijlstra
    “Onthulling komt nabij” (27 september 2014), De Telegraaf