homoplastiek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: homoplastiek (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhomoplɑsˈtik / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ho·mo·plas·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | homoplastiek | homoplastieken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de homoplastiek v
- (medisch) transplantatie waarvoor vergelijkbaar weefsel van een ander individu wordt gebruikt
- Bij de autoplastiek treedt minder versterf op van getransplanteerde cellen dan bij de homoplastiek en hieruit is misschien hun succes te verklaren. [2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'homoplastiek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Everdingen, J. van & A. van den Eerenbeemt (eds.)Pinkhof Geneeskundig woordenboek 12e druk (2012) Bohn Stafleu van Loghum, Houten; ISBN 978 90 313 9121 9
- ↑ Graaf, J. deOnderzoekingen over de locale passieve pollen-overgevoeligheid (1933) Van Gorcum, Assen; p. 26; geraadpleegd 2018-03-11