holt achteruit
- holt ach·ter·uit
vervoeging van |
---|
achteruithollen |
holt achteruit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruithollen
- Jij holt achteruit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruithollen
- Hij holt achteruit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van achteruithollen
- Holt achteruit!
- Het woord holt achteruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.