• holt ach·ter·uit
vervoeging van
achteruithollen

holt achteruit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruithollen
    • Jij holt achteruit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruithollen
    • Hij holt achteruit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van achteruithollen
    • Holt achteruit!