holde achteruit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hol·de ach·ter·uit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
achteruithollen |
holde achteruit
- enkelvoud verleden tijd van achteruithollen
- Ik holde achteruit.
- Jij holde achteruit.
- Hij, zij, het holde achteruit.
- Ik holde achteruit.