• hol ach·ter·uit
vervoeging van
achteruithollen

hol achteruit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruithollen
    • Ik hol achteruit. 
  2. gebiedende wijs van achteruithollen
    • Hol achteruit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruithollen
    • Hol je achteruit?