Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoen·der·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hoenderachtig hoenderachtiger hoenderachtigst
verbogen hoenderachtige hoenderachtigere hoenderachtigste
partitief hoenderachtigs hoenderachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

hoenderachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van een hoender
    • Bij de verschillende hoenderachtig vogels zijn de verschillen tussen de mannetjes groter dan de verschillen tussen de vrouwtjes." 

Gangbaarheid