herfstachtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- herfst·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | herfstachtig | herfstachtiger | herfstachtigst |
verbogen | herfstachtige | herfstachtigere | herfstachtigste |
partitief | herfstachtigs | herfstachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
herfstachtig
- zoals normaal voor de herfst is
- Het was midden in de zomer maar het regende en woei zo hard dat het al herfstachtig weer was.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord herfstachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "herfstachtig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be