Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hees·ter·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen heesterachtig heesterachtiger heesterachtigst
verbogen heesterachtige heesterachtigere heesterachtigste
partitief heesterachtigs heesterachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

heesterachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van een heester
    • De grond was blauw van de klokvormige bloempjes van een heesterachtig plant, die hier welig tierde. (uit: De Toverberg van Thomas Mann) 

Gangbaarheid